verzorging
Verzorging
De dagelijkse verzorging van konijnen betekent het konijn elke dag vers water geven, eten geven, groenvoer, hooi, eventueel de plashoek verschonen. Uiteraard naast deze "lichamelijke" verzorging moet je elke dag je konijn uit zijn kooi of hok halen en in de handen nemen om te aaien, knuffelen (als het konijn dit wil) en lekker rond te laten lopen.
Wanneer het konijn op schoot zit kun je (het vacht van) het konijn te controleren op:
-
ongedierte
-
wonden
-
kale plekken
-
bulten
Kijk de oren regelmatig na op oormijt. Deze is te herkennen aan korsten in de oren.
Wanneer het konijn veel last heeft van haaruitval, bijvoorbeeld wanneer het in de rui is, kun je het dier kammen met een zachte borstel. Hou in deze tijd in de gaten dat het konijn geen last van verstopping krijgt. Door het haaruitval kunnen ze veel haar binnenkrijgen, wat tot verstopping kan leiden. Borstelen helpt de losse haren verwijderen.
Controleer regelmatig de nagels van het dier. Met te lange nagels kunnen konijnen niet goed lopen. Erg lange nagels kunnen krom groeien, terug in de voetzolen, met alle nare gevolgen van dien. Bij konijnen die veel buiten lopen zal het nagel knippen vaak niet nodig zijn omdat ze op natuurlijke wijze zijn afgesleten. Nagels knippen kun je het beste met zijn tweeën doen. De een houdt het konijn vast en de ander knipt zijn nagels.
In de nagel van het konijn loopt een bloedvat. Bij witte doorzichtige nagels is dit duidelijk te zien in het licht. Knip de nagel af vlak vóór het bloedvat. In donkere nagels is het bloedvat niet te zien en is dit wat lastiger. Mocht je de nagel per ongeluk toch gaan bloeden, stelp het dan met een doekje. Doe er wat ontsmettingsmiddel op of wondpoeder. En houdt het verder een beetje in de gaten. Meestal is er niets mee aan de hand.
Ook de tanden van het konijn kunnen te lang worden. Normaal gesproken slijten de tanden op elkaar af. Maar bij sommige konijnen staan de tanden verkeerd waardoor de slijtage niet goed loopt. Konijnentanden groeien altijd door, gevolg is dat de tanden te lang worden en het konijn niet meer kan eten. Laat de tanden door een dierenarts knippen. Wellicht kan deze laten zien hoe je dat in het vervolg zelf kunt doen.
Weeg je konijn regelmatig. Een konijn dat (veel) afvalt is niet gezond. Vaak zul je ook zien dat het dier minder eet. Ga altijd voor een consult naar de dierenarts.
Een konijn dat te dik wordt is ook niet goed. Minder het konijnenvoer en geef meer groenvoer en hooi, laat het konijn ook vaker rond lopen.
Houd altijd de ontlasting van het konijn goed in de gaten. De konijnenkeutels moeten mooi rond zijn. Plakkerige keutels kunnen wijzen op beginnende diarree.
Bij diarree kun je het best stoppen met nat groenvoer (sla, andijvie), geef veel hooi aan het konijn en weinig konijnenvoer.
Eventueel kun je hooithee voor het konijn maken. Kook water en doe dit in een emmer, doe er een flinke pluk hooi bij. Laat dit enkele uren trekken en doe dit in plaats van water in het drinkflesje. Hooi bevat veel vezels die de darmwerking weer op orde brengen. Wanneer de diarree hevig is of niet binnen een dag over, raadpleeg dan de dierenarts.
Bekijk dus dagelijks de algemene conditie van je konijn. Een konijn moet vrolijk en fit zijn. Een konijn dat zielig in een hoekje zit en niet eet is ziek. Wacht niet af ga direct met het konijn naar de dierenarts. Wanneer een konijn niet eet is dit levensbedreigend.