huisvesting

Huisvesting

 

 

Een konijn binnen:

Een kooi moet ruim zijn. De minimale ruimte voor één konijn 70 bij 40 cm, maar dit hangt natuurlijk ook erg af van de grote van het konijn. (U kunt als standaard uitgaan dat het volwassen konijn er 3x lang uit in moet passen, dan heeft u ongeveer de juiste maat kooi) hoogte 45 cm.

 

Er zijn verschillende kamerkooien in de handel. De kunststof kooi met plastic bovenbouw (voordelen: tochtvrij, minder zaagsel knoei), kunststof kooi met metalen (spijlen) bovenbouw (voordeel: ventileert beter).

 

Zet het konijn niet voor de verwarming, of naast een deur die voortdurend open en dicht gaat. Niet in de volle zon, of vlak bij een raam. Ook de keuken is vanwege de hoge luchtvochtigheid geen geschikte plaats.

 

Konijnen zijn van nature zindelijke dieren, en daar kunt u gebruik van maken, u kunt uw konijn dus zindelijk maken. En dat is erg prettig als het konijn los mag lopen.

Een binnenkonijn vind het erg prettig als hij/zij met regelmaat de benen mag strekken. Let u er dan wel op dat de ruimte waar hij/zij mag lopen konijnvriendelijk is. Dus snoeren goed afgedekt, (giftige) kamerplanten op plaatsen waar hij/zij niet bij kan. En zelf moet u dan goed kijken als u heen en weer loopt, want konijnen vinden het leuk om u te volgen. (Zeker naar de keuken !)

 

Gewoonlijk word een kooi twee keer per week schoongemaakt, (in de warme zomermaanden vaker !) Eén keer per week goed gereinigd; bijvoorbeeld met een sodaoplossing. Urine aanslag kan goed verwijderd worden met azijn.

 

 

Een konijn buiten:

Een konijnen hok voor buiten moet weer aan hele andere eisen voldoen. Het moet veel ruimer zijn dan een binnenhok, en ze moeten de beschikking hebben over een goed tochtvrij nachthok, en het hok moet van de grond geplaatst zijn. Konijnen kunnen heel slecht tegen tocht en nattigheid.

 

Als het mogelijk is, is het erg prettig als de konijnen kunnen beschikken over een ren. Voor bijvoorbeeld twee middelgrote konijnen is 1m bij 2m een minimum maat. Konijnen zijn gezelschapdieren, als u uw konijn buiten houdt, zorg dan dat hij/zij een soortgenoot, (of erbij in het hok, of zo geplaatst dat ze elkaar kunnen zien.) erbij krijgt.

 

Konijnen zijn van nature buitenbeesten. Hier komen ze ook het best tot hun recht. Nu kunt u natuurlijk niet uw binnenkonijn zomaar in de kou buiten zetten. U moet het konijn langzaam laten wennen in de warmere periode van het jaar. Bij erg koud weer moeten konijnen genoeg beschutting hebben, bijvoorbeeld door een doek of een jute zak voor het gaas te hangen. Bij warm weer kunt u een oud laken, eventueel nat gemaakt, over en voor het gaas hangen. Plaats het hok niet in de volle zon. Het konijn kan slecht tegen warmte. Het best is een beschutte plaats tegen het huis of tegen de schutting. Richt het hok bij voorkeur op het zuidoosten. U kunt ook een thermometer bij het hok hangen zodat u de temperatuur goed in de gaten kunt houden.

 

Als bodembedekking is een laagje houtkrullen (zaagsel, stofvrij) en een laag stro geschikt. Gewoonlijk krijgt het hok één keer in de week een schoonmaakbeurt. (poep en plas plekken kunt u vaker verwijderen) In de warme periode vaker ! Eén keer per maand het hok goed ontsmetten met soda, daarna goed laten opdrogen.